Twentse landschap

Twentse landschap

Het Twentse landschap is adembenemend mooi. Van een uniek natuurgebied tot een uitgestrekt veengebied. Terug in de tijd; ooit wandelden hier de mammoet, de wolharige neushoorn en het laatste reuzenhert. Sterker nog, ooit was dit gebied zee, getuige de walvis- en haaientanden die af en toe nog gevonden worden. Nu is het unieke Twentse land een bonte verzameling van bijzondere landschapselementen. Zin in bos, heide, weide, beekjes en bronnen? Twente heeft het allemaal!

De revue passeren

Heerlijk wandelen en fietsen door het voor Twente typerende coulisselandschap. Houtwallen en heggen verdelen het landschap in kleine taferelen. Telkens vraag je je af wat er zich tussen de volgende houtwallen afspeelt; grazende koeien en paarden, bijzondere boerderijen met geveltekens, essen met wuivend graan, Mariakapelletjes of een grafheuvel met witte wieven. Eén grote revue. En dat allemaal zonder entreekaartje!

Bij gebrek aan prikkeldraad

Houtwallen zijn dichtbegroeide afscheidingen die vroeger gebruikt werden om het vee op het weiland te houden. Daarnaast waren ze nuttig voor het noodzakelijke hout. De opkomst van prikkeldraad heeft ze eigenlijk overbodig gemaakt. De ruim zesduizend kilometer aan houtwallen bestaan uit vele soorten bomen en struiken zoals meidoorns, berken, sleedoorns en wilgen doorwoekerd met bramenstruiken en lianen van de kamperfoelie. Reeën en steenmarters vinden er beschutting, maar het is ook een ideale broed- en woonplek voor heel veel vogels, zoals de tjiftjaf, de spotvogel en de geelgors.

Een slimme plant

Een heerlijke zoete geur! Dat vinden nachtvlinders ook. De kamperfoelie maakt voor bestuiving handig gebruik van die aantrekkingskracht en verspreidt vooral in het donker haar geur. Dat werkt als een magneet voor een nachtvlinder als ‘de Avondrood’. Met zijn lange tong kan deze vlinder bij het stuifmeel komen in de diepe bloemen van de kamperfoelie.